Bij risico’s maken we onderscheid in externe risico’s, strategische risico’s en voorkombare risico's.
In de paragraaf Weerstandsvermogen en risico’s lichten we dit nader toe. De externe en strategische risico’s staan in relatie tot het weerstandsvermogen. Onder risico verstaan we het gevaar voor schade of verlies als gevolg van interne en/of externe omstandigheden en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De specifieke risico's zijn per programma toegelicht en onderverdeeld in externe en strategische risico’s. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risico's is een algemene verkorte toelichting op de risico's opgenomen. De schadekans van de risico’s is aangeduid met mogelijk (er is een beperkte kans dat het risico zicht voordoet) en waarschijnlijk (er is een kans dat het risico zicht voordoet). Zodra de kans groot is dat het risico zich voordoet en er kan een inschatting gemaakt worden van het bedrag is het altijd de afweging of we conform BBV-voorschriften een ‘voorziening voor toekomstige verplichtingen’ moeten vormen. Dit is voor onderstaande risico’s niet aan de orde.
Risico's | |||||
---|---|---|---|---|---|
Externe risico's | |||||
Programma 0 - Risico: (Humanitaire) rampen | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0 tot 10 miljoen. | |||||
Begin 2020 zijn we geconfronteerd met de uitbraak van corona wat al snel tot een pandemie leidde. De gevolgen van de crisis raken ook eind 2021 nog steeds nagenoeg alle beleidsvelden. We hebben maatregelen getroffen de afgelopen 2 jaar om de stad overeind te houden. Ook het Rijk is gekomen met steunpakketten in 2020 en 2021. De rijkscompensatie, ontvangen via de circulaires, en de eigen middelen zijn gestort in de saldireserve specifiek. Eind 2021 bedraagt de stand van de coronamiddelen € 15,4 miljoen. Er is echter onzekerheid over de (middellange)-termijn effecten voor de stad van deze crisis. Na een nieuwe (avond) lockdown eind 2021 zien we in 2022 naast het continueren van de ondersteuningsmaatregelen ook perspectief op herstel. Eind februari 2022 is de wereld opnieuw opgeschrikt door een nieuwe crisis: de inval van Rusland in de Oekraïne. Een wezenlijke bedreiging van de veiligheid en met grote gevolgen voor iedereen. We maken ons klaar om de vluchtelingen op te vangen en humanitaire hulp te bieden. We zien stijgende prijzen van gas en electra die tot gevolg hebben dat steeds meer mensen moeite hebben om rond te komen. Ook andere zaken zoals minder productie van graan en het stil komen te liggen van productieprocessen omdat onderdelen niet geleverd kunnen worden, leiden naar verwachting tot een grotere armoede. Het is op dit moment nog niet te voorspellen wat de sociaal maatschappelijke en economische gevolgen zullen zijn, maar duidelijk is dat we maatregelen met extra kosten zullen moeten treffen. Ook de kosten voor de veiligheid die deze bedreiging met zich mee brengt zullen toenemen. | |||||
Programma 0 - Risico: Marktontwikkelingen | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0 tot € 15 miljoen. | |||||
We zien kwetsbaarheden op de volgende vlakken in onze programma's: opwaartse druk op het loongebouw door krapte op de arbeidsmarkt, prijsstijgingen van aanbestedingen op (middel)langere termijn, het mogelijk maken van de groei van de stad. Meer algemeen spelen rentestijgingen, schommelingen op de vastgoedmarkt, economische ontwikkelingen en werkeloosheid. | |||||
Programma 0 - Risico: Rijksbezuinigingen | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0 tot € 10 miljoen. | |||||
Gemeenten in Nederland zijn voor wat betreft hun inkomsten sterk afhankelijk van de Rijksoverheid. De jaarlijkse bijdrage aan gemeenten via het Gemeentefonds bedraagt zo’n € 30 miljard en zou vanaf 2023 anders worden verdeeld. Deze herijking gemeentefonds ligt, na een ROB-advies en een VNG-resolutie, die oproepen tot verdere aanpassingen aan het nieuwe verdeelmodel, tijdelijk stil. In de voorlopige uitkomsten van het nieuwe verdeelmodel was de gemeente Eindhoven een van de voordeelgemeenten. Het moment van invoering en (de grootte van) het positief herverdeeleffect voor Eindhoven zijn onzeker geworden. Het nieuwe kabinet Rutte IV heeft bovendien in zijn regeerakkoord aangekondigd om voor 2026 een nieuwe financieringssystematiek voor gemeenten te willen ontwikkelen, waarbij de mogelijkheid van een groter gemeentelijk belastinggebied bezien wordt. Daarnaast is in december 2021 het regeerakkoord van het nieuwe Kabinet Rutte IV gepresenteerd. Kenmerkend voor het regeerakkoord en van belang voor de gemeentebegroting is, dat er grotendeels sprake is van een tijdelijke inzet van financiële middelen tot en met 2025, het laatste jaar van het regeerakkoord. Vanaf 2026 ontstaat een ‘ravijn’ in de structureel beschikbare middelen voor gemeenten. Dit is een risico voor het opstellen van een structureel sluitende meerjarenbegroting. Mogelijk kan dit risico, in overleg met het Rijk en de provinciaal toezichthouder, worden verminderd. | |||||
Programma 5 - Risico: (Humanitaire) rampen: Schade als gevolg van extreem weer | |||||
Bestaand, schadekans: waarschijnlijk, risicobedrag: € 2 miljoen. | |||||
In de afgelopen drie jaar is er regelmatig sprake geweest van schade als gevolg van droogte en stormen. Schade vindt plaats aan zowel bomen als beplanting, maar de gemeente maakt ook extra kosten voor het opruimen van de bomen en beplanting. Het maximale risicobedrag is gebaseerd op de schade van de afgelopen jaren. Naar verwachting zal extreem weer vaker voorkomen. Bij vervanging van beplanting en bomen wordt wel zoveel mogelijk rekening gehouden met risico's van droogte en stormen, zodat de nieuwe beplanting en bomen beter bestand zijn hiertegen. | |||||
Programma 6 - Risico: Rijksbezuinigingen: Ontwikkeling rijksbeleid sociaal domein | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0 tot 10 miljoen. | |||||
Betreft onder andere: doordecentralisatie bij Beschermd wonen vanaf 1 januari 2023 en restrisico’s ten aanzien van de onvoorspelbaarheid macrobudget en verdeelsystematiek BUIG. | |||||
. | |||||
Strategische risico's | |||||
Programma 0 - Risico: Afhandeling bezwaar- en beroepschriften | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0,5 miljoen. | |||||
De afgelopen jaren is geïnvesteerd in het stabiliseren van het aantal binnenkomende bezwaar- en beroepsprocedures en klachten en het wegwerken van de achterstanden. Als gevolg van nieuw vastgesteld beleid onder andere binnen het Sociaal en Ruimtelijk Domein, met een grote impact op de samenleving, zien we een meer dan gebruikelijke toename van het aantal bewaar- en beroepszaken. Om de voorraad bezwaar- en beroepszaken beheersbaar te houden, is de formatie bij de afdeling Juridische Zaken tijdelijk uitgebreid (2022 en 2023). Afhankelijk van bovengenoemde ontwikkelingen handhaven we vooralsnog het bestaande risico op toenemende dwangsommen. | |||||
Programma 0 - Risico: Asbestsaneerder TR Ketelhuis Eindhoven | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0 tot 2,5 miljoen. | |||||
De curator van de failliete voormalig asbestsaneerder van het TR Ketelhuis Eindhoven, heeft in 2017 een claim ingediend bij de gemeente. De rechtbank heeft 4 september 2019 uitspraak gedaan. Het faillissement van Horyon is niet veroorzaakt door de gemeente. Maar de gemeente heeft ten onrechte geweigerd de “meer-meerwerk” opdracht te verstrekken. De schade die daaruit voortvloeit moet in een aparte schadestaatprocedure worden begroot. Er is dus nog geen concrete schadevergoeding toegewezen. De gemeente heeft op 28 november 2019 bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Dit hoger beroep en nog een aantal aanverwante rechtszaken zijn lopende. De uitspraak van het Hoger beroep volgt in de eerste helft van 2022. De verwachting is dat het nog aantal jaar gaat duren voordat er een definitief vonnis ligt. Een inschatting van een reëel bedrag om te voorzien is derhalve op dit moment niet mogelijk. | |||||
Programma 0 - Risico: Claim Lidl planschade (bestuursrechtelijk) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: 5% tot 10% van € 1,58 miljoen. | |||||
Naar aanleiding van een eerste bestuursrechtelijke uitspraak van de Raad van State (8 februari 2017) zijn de gemeente en Lidl tot een minnelijke oplossing gekomen. Dit betreft een compensatie in natura, die is uitgewerkt in een vaststellingsovereenkomst (VSO), die beide partijen in maart 2019 hebben ondertekend. De bestuursrechtelijke procedure is hiermee per direct komen te vervallen. Echter, wanneer compensatie in natura door de gemeente Eindhoven niet slaagt, dient de gemeente Eindhoven Lidl in geld tegemoet te komen in een gefixeerde planschadevergoeding. Deze claim komt te vervallen bij het onherroepelijk worden van een nieuw bestemmingsplan voor de Hofdijkstraat. | |||||
Programma 0 - Risico: Exploitatierisico's | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0 tot 10 miljoen. | |||||
De externe risico's leiden ook tot effecten in de exploitatie en extra druk op de beschikbare budgetten. Hierbij kan worden gedacht aan de gevolgen voor de beheerbudgetten door grote strategische investeringen, wegvallende parkeerinkomsten door beleidskeuzes en herontwikkeling, druk op de veiligheidsbudgetten door groei van de stad. We houden, in lijn met de begroting 2021 10% van de normruimte beschikbaar om dit op te kunnen vangen. | |||||
Programma 0 - Risico: Gevolgen vennootschapsbelastingplicht (VPB) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 175.000 per jaar. | |||||
Per 1 januari 2016 is de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen in werking getreden. De berekende VPB-last voor de periode 2016-2020 is voor een beperkt deel nog gebaseerd op aannames en interpretaties van de wet- en regelgeving. De meeste onderwerpen zijn inmiddels uitgekristalliseerd, maar op het punt van reclame-inkomsten is er nog een verschil van inzicht tussen belastingdienst en gemeenten. Vooralsnog nemen we een risico mee bij de berekening van ons weerstandsvermogen van afgerond € 175.000 per belastingjaar. De reclame-inkomsten bedragen per jaar ongeveer € 700.000, de toerekenbare kosten zijn minimaal. In 2022 wordt (landelijk) uitsluitsel via de rechter verwacht op dit punt. | |||||
Programma 0 - Risico: Kosten maatregelen inspecties wet- en regelgeving | |||||
Bestaand, schadekans: waarschijnlijk, risicobedrag: € 0,5 tot 1,5 miljoen. | |||||
Het uitvoeren van wet- en regelgevingsinspecties (W&R) wat betreft asbest, legionella, brandveiligheid en elektrotechnische veiligheid in ons gemeentelijk vastgoed, is een reguliere taak van de gemeente. Sinds 2020 hebben we de prioriteit hiervan verhoogd. De bijbehorende inspecties zijn in uitvoering en zullen binnen twee jaar zijn afgerond (uiterlijk 2023). Bij constatering van ernstige gebreken worden deze direct opgelost om aan de vigerende wet- en regelgeving te kunnen voldoen. | |||||
Programma 0 - Risico: OZB | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0,3 miljoen. | |||||
Als gevolg van een lopend bezwaar bestaat een risico voor de daadwerkelijke OZB-opbrengst, hier is geen voorziening voor. Of het risico zich voordoet is afhankelijk van de mogelijke hertaxatie en kan leiden tot negatieve correctie van € 165.000 per jaar voor de belastingjaren 2020 en 2021. Voor 2022 is dit risico gecorrigeerd bij de berekening van de tarieven in lijn met het voorzichtigheidsbeginsel. | |||||
Programma 0 - Risico: Privacy - Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) | |||||
Nieuw, schadekans: mogelijk | |||||
Het voldoen aan de AVG is een wettelijke verplichting. Indien niet wordt voldaan aan de regelgeving uit de AVG bestaat de kans op het onverantwoordelijk gebruik en uitwisseling van persoonsgegevens en privacygevoelige informatie binnen de organisatie en haar partners. Daarnaast zou vertrouwelijke/gevoelige informatie beschikbaar kunnen komen bij niet-geautoriseerden (binnen en buiten de organisatie). Wij proberen dit risico te minimaliseren door Data Protection Impact Assesments (DPIA’s) uit te voeren bij processen waarbij verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt, cfm het privacybeleid. In de DPIA worden de risico-mitigerende maatregelen beschreven. | |||||
Programma 0 - Risico: Risico inbaarheid dubieuze belastingdebiteuren | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Veel ondernemers en zzp’ers hebben als gevolg van de corona-crisis liquiditeitsnood. Daarom heeft het college van B&W besloten om voor hen op verzoek uitstel te verlenen van betaling (geen afstel) voor de gemeentelijke belastingen OZB, reinigingsrecht, afvalstoffenheffing, rioolheffing, precario, reclame- en toeristenbelasting en BIZ. Door de gemeente Eindhoven zijn een tweetal uitstelregelingen voor ondernemers ingesteld: | |||||
Programma 2 - Risico: BTW-risico bij realisatie fietsflat Neckerspoel | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0,943 miljoen. | |||||
Er is mogelijk sprake van een niet verrekenbaar btw-risico bij ProRail, dat (deels) door de gemeente moet worden gedekt. De VNG heeft (in samenwerking met NS en ProRail) enige tijd geleden een brief met drie veel voorkomende situatieschetsen aan het ministerie van Financiën voorgelegd. Het ministerie van Financiën heeft de VNG echter gevraagd deze brief in te trekken, waarop is geprobeerd de casus individueel voor te leggen aan de inspecteur van ProRail. ProRail wilde daar niet aan beginnen maar heeft verzekerd dat zij in vergelijkbare situaties in het verleden de btw heeft teruggevraagd en daar nooit problemen bij heeft ondervonden. Er wordt echter geen garantie gegeven, aangezien fiscale wetgeving multi-interpretabel is en de aandacht er bij de inspecteur van ProRail vanwege de VNG-brief wellicht op gericht is. Daarnaast is mogelijk dat het naderende ZBO-schap van ProRail er toe leidt dat ProRail überhaupt geen btw meer in vooraftrek kan brengen. In dat geval is door I&W bevestigd dat een btw-nadeel dat het gevolg is van het ZBO-schap volledig wordt gecompenseerd, ook aan financierende overheden. | |||||
Programma 2 - Risico: Parkeerterrein ’t Eindje | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0 tot 0,5 miljoen. | |||||
Parkeerterrein ‘t Eindje is geen gemeentelijk eigendom, maar het betaald parkeren op dit terrein wordt wel door de gemeente geëxploiteerd. De eigenaren van dit terrein hebben het contract over de exploitatie en het beheer van het terrein met ingang van 1 maart 2018 opgezegd, omdat ze van mening zijn dat er achterstallig onderhoud is. Op dit moment vinden daarover onderhandelingen plaats met de eigenaren. Voor een mogelijke extra onderhoudsimpuls is bij de 2e turap van 2017 een bedrag gereserveerd. De onderhandelingen over de onderhoudswerkzaamheden lopen, maar de eigenaren van het parkeerterrein hebben ook de mogelijkheid om de exploitatie van dit parkeerterrein in eigen beheer te verzorgen. Als dat gebeurt, levert dat een structureel nadeel aan gederfde parkeerinkomsten op. | |||||
Programma 2 - Risico: Staat bruggen/viaducten | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 2,5 miljoen. | |||||
Bij bruggen en viaducten die ouder zijn dan 20 jaar bestaat het risico dat de constructie niet meer voldoet aan de huidige verkeersintensiteit. Met visuele inspecties kan niet in beeld worden gebracht of de constructie voldoende is. Door middel van risicoanalyses onderzoeken we of maatregelen noodzakelijk zijn. | |||||
Programma 5 - Risico: Kandinsky | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Op basis van de nieuwe informatie van de claimanten is het onderzoek naar het eigendomsrecht van een schilderij van Kandinsky in het Van Abbemuseum vervolgd en zal de restitutiecommissie komen met een nieuw bindend advies. Wij zijn hiervan in afwachting. Het is onduidelijk wanneer dit gaat komen. Dit nieuwe advies kan net als bij het eerste advies allerlei, en mogelijk langdurige, juridische en financiële consequenties hebben. | |||||
Programma 5 - Risico: Sportbesluit BTW / Specifieke uitkering sport | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0,25 miljoen. | |||||
De btw-sportvrijstelling is met ingang van 1 januari 2019 aangepast. Het betreft een aanpassing door het ministerie van Financiën op grond van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Hierdoor is het gelegenheid geven tot sportbeoefening door gemeenten weer vrijgesteld van btw. Dit kost de gemeente geld omdat ze de betaalde btw op onder andere investeringen in sportaccommodaties (alsmede onderhoud en exploitatie) niet meer als vooraftrek kan terugkrijgen van de belastingdienst. Vanuit het Rijk (ministerie VWS) is hiervoor compensatie opgenomen. De compensatie voor gemeenten gaat via de specifieke uitkering sport (SPUK Sport). Aangezien er landelijk een (maximaal) plafond geldt voor de compensatie via de (jaarlijkse) specifieke uitkering, wordt het onderwerp als risico aangemerkt. De vaststelling van de specifieke uitkering sport 2019 en 2020 heeft inmiddels plaatsgevonden (ter info: voor gemeente Eindhoven betrof dit een bedrag van € 2.652.986 over 2019 en bedrag van €2.384.277 over 2020). Over 2019 en 2020 is volledig gecompenseerd (m.a.w. het landelijk plafond 2019 en 2020 was toereikend). De vaststelling van de specifieke uitkering sport 2021 vindt naar verwachting eind 2022 plaats. Tot moment van (definitieve) vaststelling van de uitkering voor het betreffende jaar bestaat er vanwege het plafond onzekerheid of volledige compensatie plaatsvindt. Het vermelde risicobedrag heeft betrekking op het risico i.v.m. het landelijk plafondbedrag. | |||||
Programma 6 - Risico: Openeinderegelingen | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 5 miljoen. | |||||
Betreft regeling die personen voor Wmo en Jeugd recht geeft op een bijdrage indien zij voldoen aan bepaalde criteria. Het kenmerkende van deze regelingen is dat de uitgaven ervoor en het aantal gebruikers ervan niet gelimiteerd zijn. Daarnaast lopen de incidentele middelen bij jeugd meerjarig sterk af. Het risico hierbij is dat de middelen niet effectief genoeg worden ingezet om de tekorten bij jeugd structureel te kunnen verminderen. | |||||
Programma 6 - Risico: Passport4Work (P4W) | |||||
Nieuw, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0 tot € 4,9 miljoen. | |||||
De gemeente Eindhoven heeft vanuit de Europese Unie – Urban Innovative Association een subsidie toegekend gekregen van €4,9 miljoen voor het innovatieve project Passport4work (looptijd t/m oktober 2022). Dit is proeftuin-project waarin wordt samengewerkt met een aantal regionale partners om een vernieuwend loonbaanplatform te ontwikkelen waarin professionele ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid centraal staat. Een tweede risico is dat de private partners in dit project schade kunnen ondervinden van de vertragingen die het project oploopt. Zij kunnen deze schade (mogelijk) verhalen op de gemeente als MUA, dit kan gaan om aanzienlijke claims. De hoogte van dit financiële risico is op voorhand moeilijk in te schatten. Tenslotte speelt er binnen P4W het risico dat ziet op privacy en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Deze risico’s staan algemeen beschreven onder het afzonderlijke risico “Privacy - Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)”. Hierbij kan gedacht worden aan boetes door de Autoriteit Persoonsgegevens voor organisaties die de AVG overtreden. | |||||
Programma 6 - Risico: Toename van de zorgzwaarte | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 6 miljoen. | |||||
Betreft het toekennen van zwaardere en/of duurdere indicatiestelling bij Wmo en Jeugd (o.m. via de medische verwijsroute). | |||||
Programma 7 - Risico: Afval: leveringscontract Attero | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0 tot 1,5 miljoen voor Eindhoven. | |||||
Er speelt een geschil tussen Attero en de Brabantse gewesten die in de Vereniging van contractanten (VvC) zijn verenigd. Dit geschil gaat over de garantieplicht van aanlevering van brandbaar restafval over het jaar 2015 tot en met januari 2017 en is in 2020 tot een eindvonnis gekomen. De gemeente Eindhoven heeft binnen het aandeel restafval van de 21 MRE-gemeenten nagenoeg ongewijzigde hoeveelheden afval aangeleverd aan Attero. En stelt zich op het standpunt dat bij een succesvolle claim van Attero aan het MRE de bijdrage van de gemeente Eindhoven nihil is. Dat is tot nu toe ook steeds zo uitgedragen. Het gecalculeerde risico is gezien het voorgaande 0. De mogelijke claim zal volgens de gemeente Eindhoven dan ook betaald moeten worden door de overige regiogemeenten die in betreffende jaren minder afval zijn gaan aanleveren. Indien Eindhoven toch zou moeten meedoen in een regionale verdeling van de claim, is het risico maximaal € 1,5 miljoen. Het eindvonnis geeft aan dat de Brabantse gewesten verplicht zijn tot het betalen van een naheffing van € 15 miljoen voor minder levering, waarvan € 5,1 miljoen voor de 21 gemeenten in MRE-verband. | |||||
Programma 7 - Risico: Afwikkeling Renescience | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 2,0 miljoen. | |||||
Er zijn voorbereidingskosten gemaakt voor de businesscase Renescience door de GR Cure. Deze voorbereidingskosten bestaan uit twee componenten: enerzijds de voorbereidingskosten die betrekking hebben op de toepassing van de Renescience-techniek en anderzijds de voorbereidingskosten die betrekking hebben op onderzoek naar een biovergistingsinstallatie en een bewerkingsmethode. Deze voorbereidingskosten zijn niet gedekt binnen de begroting van Cure. In 2019 heeft de GR Cure de samenwerking met Orstedt om te komen tot de toepassing van de Renescience-techniek beëindigd. Dat betekent dat de GR Cure dit gedeelte van de voorbereidingskosten in 2019 als verlies heeft moeten nemen wat leidt tot een negatief eigen vermogen van de GR Cure. Omdat op basis van de meerjarenbegroting van de GR Cure blijkt dat dit negatief eigen vermogen niet zonder extra bijdragen van de gemeenten kan worden ingelopen, hebben we een voorziening getroffen in de jaarrekening 2019 van Eindhoven ter grootte van het Eindhovense deel (€ 0,592 miljoen) in het negatief eigen vermogen van de GR Cure. Bij de jaarrekening 2020 van Cure is in juli 2021 besloten dat Eindhoven haar aandeel in het negatieve eigen vermogen zal bijpassen, wat ten laste komt van genoemde voorziening. Dit is inmiddels gebeurd en de voorziening is beëindigd. Het Renescience- gedeelte van de businesscase is in 2021 verrekend/afgeboekt en er is bij Cure geen negatief eigen vermogen meer. In het coalitieakkoord is bepaald dat Eindhoven in een uit te werken businesscase Plan B nascheidingsinstallatie (NSI) in Zuid-Nederland geen nieuwe risicovolle participatie zal aangaan. Naar verwachting zal medio 2022 duidelijk worden of de businesscase voor de NSI positief is en tot besluitvorming kan worden gebracht. Het DB Cure heeft besloten de resterende voorbereidingskosten (voor de vergister, erfpacht, Nascheidingsinstallatie; ad € 2,9 miljoen, waarvan deel Eindhoven € 2,0 miljoen) geheel op te vangen met het positief saldo van 2021 (als gevolg van sterk verbeterde marktprijzen voor gescheiden restmaterialen papier en plastic) en met het te verwachten positieve saldo van 2022. Definitieve besluitvorming door het AB Cure wordt verwacht medio 2022 (bij de vaststelling van de Jaarrekening 2021). Als het AB instemt vervalt het risico. | |||||
Programma 7 - Risico: Programma Aanpak Stikstof | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Dankzij de door de minister getroffen snelheidsbeperkende maatregel op snelwegen (m.i.v. medio maart 2020 maximaal 100 km/h), door Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (Odzob) uitgevoerde gevoeligheidsanalyse en in provinciale context gemaakte afspraken over toedelen van stikstofruimte voor woningbouw, is het medio 2020 duidelijk dat er voor geplande voorbereiding van woningbouw in Eindhoven vooralsnog geen belemmeringen te verwachten waren. Voor bedrijven (bijv. parkeergarage P5 luchthaven) en bedrijventerreinen is deze duidelijkheid er nog niet. Daar resteert een risico (vertraging/no go) vanwege het afzeggen van de veevoermaatregel. Momenteel wordt op rijksniveau bekeken of de sanering van varkenshouderij voldoende oplossing biedt voor het verkrijgen van stikstofruimte. Een provinciale stikstofbank is sinds medio 2021 operationeel (Ondersteuningsloket Stikstof). De AERIUS-rekentool is verbeterd, maar is eind 2021 nog niet compleet c.q. uitontwikkeld. Nog niet alle bestaande stikstofemissies zijn daarin goed verwerkt. Voor de ontwikkeling van de luchthaven (vanaf ca 2006) is geen vergunning Wet natuurbescherming verleend. De luchthavengroei daarna geeft een substantiële stikstofbelasting. Het repareren daarvan kan gaan concurreren met andere beoogde ruimtelijke/infrastructurele ontwikkelingen en de woningbouwopgave. | |||||
Programma 8 - Risico: Grondbedrijf – weerstandscapaciteit | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 20,7 miljoen. | |||||
Een toelichting hierover is terug te vinden in paragraaf 3g - Grondbeleid. | |||||
. |