Algemeen

Coronacrisis

De in december 2020 ingezette lockdown heeft tot eind april 2021 geduurd. Vanaf dat moment zijn eerste voorzichtige stappen in het openingsplan gezet waarbij Nederland en onze stad langzaamaan weer fasegewijs open is gegaan en de eerder getroffen maatregelen steeds verder versoepeld werden. Voor het eerste halfjaar zijn aanvullende ondersteuningsmaatregelen getroffen in lijn met de getroffen maatregelen in 2020 om de negatieve effecten voor de stad, de inwoners en ondernemers te beperken en de bestaande infrastructuur zoveel als mogelijk in stand te houden. In vervolg hierop heeft uw raad 13 juli het ‘raamwerk’ vastgesteld waarbinnen het college voor de tweede helft van 2021 en verder in kon spelen op de coronapandemie en kon doen wat nodig was op het gebied van ondersteuning en herstel.

Hoewel we steeds wisten dat het nog onzeker was hoe de pandemie verder zal verlopen en wat de effecten daarvan zijn, waren we, na de eerdere voorzichtige stappen die in het openingsplan waren gezet, in september hoopvol en verwachtten we dat de ondersteuningsmaatregelen afgebouwd konden worden zodat we de focus konden verleggen naar de herstelaanpak. Deze verwachting was in lijn met de aankondiging van het kabinet dat op 1 oktober 2021 een einde zou komen aan het generieke deel van het steunpakket. Redenen hiervoor waren dat iedereen die dat wilde gevaccineerd was, de economie zich goed herstelde en de contactbeperkende maatregelen nagenoeg geheel waren afgebouwd.

In dit positieve beeld kwam eind oktober een snelle kentering. Na een korte periode van versoepelen en positieve vooruitzichten, heeft het kabinet in november en december opnieuw steeds verder beperkende maatregelen ingesteld omdat het aantal besmettingen en de ziekenhuisopnames toenamen. Op 18 december kondigde het kabinet opnieuw een volledige lockdown aan tot 14 januari 2022. Dit heeft stevige gevolgen gehad voor ons allemaal en het (samen)leven in de stad; gevolgen voor inwoners, ondernemers, verenigingen, scholen, andere maatschappelijke instellingen en in het bijzonder voor alle mensen in de zorg.

Het is fijn te constateren dat de stad zich begin 2022 weer heeft kunnen openen en dat we het normale leven weer terugkrijgen, met ruimte voor evenementen en ontmoeting in de stad. Dat betekent niet dat alles weer terug is naar ‘normaal’. We weten niet hoe corona zich verder ontwikkelt. Mensen zijn nog voorzichtig, er zijn achterstanden en er is een hoog ziekteverzuim. Veel ondernemers en organisaties hebben flink ingeteerd op hun reserves. Die onzekerheden en risico’s maken dat ondersteuning nog niet volledig kan stoppen.
We blijven de ontwikkelingen in de stad nauwgezet volgen ook om te zorgen dat er in het zicht van de finish geen ongelukken gebeuren met onze vitale maatschappelijke infrastructuur. Daarnaast willen we onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners een steun in de rug geven waar dat nodig is.

Rijkscompensatie en inzet weerstandsvermogen

In 2020 heeft uw gemeenteraad € 15 miljoen ter beschikking gesteld voor de financiële effecten van corona in de stad en de organisatie. Deze middelen zijn opgenomen in de saldireserve specifiek.

Op 13 juli 2021 heeft uw gemeenteraad besloten (raadsvoorstel kadernota 2022) om in 2021 nogmaals € 15 miljoen vrij te maken vanuit de eigen middelen. Ook deze middelen zijn toegevoegd aan de saldireserve-coronamiddelen. Naast onze eigen middelen zijn ook de algemene compensatiemiddelen van het Rijk (via de circulaires) gestort in de saldireserve specifiek. Vanuit deze reserve vangen we de financiële effecten op. Eventuele nagekomen dekking vanuit het Rijk (via circulaires) storten we in de reserve zodra deze worden toegekend. We zien dat het Rijk veelal achteraf compenseert, daar waar wij vooraf de maatregelen treffen.
De reserve heeft daarmee deels een egaliserende functie.

Op basis van de september- en decembercirculaire 2020 hebben we de middelen van het 2e en 3e steunpakket die voor 2021 bestemd waren in de reserve opgenomen. Totaal € 6,1 miljoen.

In 2021 heeft het Rijk het 4e en 5e steunpakket uitgewerkt als reactie op de voortdurende coronacrisis. De middelen van deze steunpakketten zijn toegekend en verdeeld over de gemeenten middels de maartbrief 2021, meicirculaire 2021 en septembercirculaire 2021.

De toegekende compensatie binnen het 4e en 5e steunpakket heeft voor Eindhoven betrekkingen op continuïteit in de zorg (opvang), in standhouden lokale en culturele infrastructuur, extra kosten voor de Tweede Kamer verkiezingen, extra uitgaven voor buurt- en dorpshuizen, extra toezicht en handhavingstaken (quarantaine) en compensatie van de extra kosten afvalverwerking 2020. Totaal € 1,6 miljoen.

Het 6e steunpakket is bekend gemaakt eind 2021. Een gedeelte van deze middelen is toegekend en verdeeld over de gemeentes met de decembercirculaire. Het betreft de afrekening van de inkomstenderving 2020 , continuïteit van zorg (meerkosten jeugd & WMO, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, beschermd wonen) compensatie lokale en culturele infrastructuur, meerkosten gemeenteraadsverkiezingen en extra middelen om het exploitatietekort bij de SW bedrijven op te vangen. Conform de gebruikelijk wijze zijn de eind 2021 ontvangen middelen vanuit de decembercirculaire gestort in de reserve circulaires gemeentefonds en worden deze na bestuurlijk besluit in 2022 verdeeld. De toekenning coronacompensatie bedraagt € 7,3 miljoen. Eind 2021 is € 6,9 miljoen ontvangen en gestort in de reserve circulaires. De resterende € 0,3 miljoen komt in 2022. Totaal afgerond € 7,3 miljoen in relatie tot het 6e steunpakket. Op basis van het raadsvoorstel decembercirculaire wordt hiervan in 2022 € 0,8 miljoen toegekend als budget voor de Ergon, € 0,3 miljoen teruggestort in de reserve citymarketing en € 6,2 miljoen gestort in de saldi reserve specifiek coronamiddelen.

In 2022 wordt een aanvullende toekenning en verdeling van compensatiemiddelen verwacht vanuit het 6e steunpakket die nog betrekking hebben op 2021. In het 6e steunpakket is toegezegd dat het kabinet alvast middelen reserveert om de SW-bedrijven in 2022 te compenseren. Daarnaast is de compensatie meerkosten jeugd/WMO over 2021 vastgesteld op een moment dat niet voorzien was in nieuwe beperkende maatregelen. In het 6e steunpakket is aangekondigd dat het Rijk en VNG hebben afgesproken de eventuele meerkosten 2021 die hieruit voortvloeien te betrekken bij de compensatie 2022. Ook zal in 2022 de afrekening plaatsvinden van de inkomstenderving over 2021.

Binnen de steunpakketten zijn ook een aantal specifieke regelingen beschikbaar gesteld. Dit betreft onder andere steun voor zwembaden en ijsbanen, steun voor sportverenigingen, TOZO, TONK en middelen voor de extra handhavingsopgave (toets corona toegangsbewijs). Deze specifieke middelen zijn niet gestort in de saldi reserve specifiek, maar direct toegekend aan het betreffende beleidsveld. Uitzondering hierop vormt de aanvullende vergoeding voor TONK, die ontvangen is vanuit de septembercirculaire. Eerder hadden we compensatie ontvangen voor de uitvoering van de TONK-regeling. Dat budget was voldoende omdat per 1 oktober de regeling is gestopt. De aanvullende middelen voor de TONK-regeling (€ 4,0 miljoen) zijn gestort in de saldireserve specifiek- coronamiddelen zodat deze ingezet kunnen worden voor noodzakelijke crisis- en herstelmaatregelen in de volle breedte (besluit raad 21 december raadsvoorstel BGW n.a.v. turap 2).

Daarnaast zijn er middelen voor flankerend beleid binnen de steunpakketten ter beschikking gesteld. Deze middelen zijn eveneens toegekend aan de betreffende beleidsvelden. Daar waar nodig zijn de restant middelen gereserveerd in de reserve reserveringen 2021 (besluit raad 21 december).

Getroffen maatregelen

Onze eigen middelen en de rijksmiddelen zijn ingezet ter dekking van de ondersteuningsmaatregelen en derving van de inkomsten. Over de begrote inzet van de middelen is besloten via de per kwartaal opgestelde dossiers, aangevuld met enkele separate dossiers en turap 2 (alleen inkomstenderving). Per jaareinde hebben we de begrote inzet van de middelen met de reserve op realisatiebasis afgewikkeld (conform raadsbesluit 21 december 2021 raadsvoorstel reserveringen) met inbegrip van de meerkosten jeugd en WMO a.g.v. corona.

Instandhouding van de stad

De getroffen maatregelen in 2021 zijn in het verlengde van de maatregelen 2020 gecontinueerd. Er zijn afspraken gemaakt en regelingen getroffen om te voorkomen dat maatschappelijke partners in surseance van betaling komen en/of failliet gaan als gevolg van de corona crisis en dus om de infrastructuur in stand te houden. Binnen het sociaal domein (welzijn) is lokale steun gegeven aan onze subsidiepartners. Enerzijds door coulance te verlenen op de beoordeling van de lopende subsidieregelingen. En anderzijds hebben we gezorgd voor een tegemoetkoming in de huisvestingskosten voor onder andere buurthuizen. Aan de culturele sector zijn  incidentele middelen beschikbaar gesteld, dan wel is huurkorting verleend om de infrastructuur in stand te houden. Om de toegang voor de steun toegankelijk te houden is het ondernemersloket en corona-helpdesk gecontinueerd. Voor ondernemers hebben we de precario voor de terrassen over 2021 op € 0,00 gesteld en als verhuurder hebben we geen incasso's en aanmaningen verstuurd en uitstel van betaling verleend in 2021 voor de portefeuilles cultuur en welzijn. We hebben uitvoering gegeven aan de TOZO-regeling en de TONK-regeling. De continuïteit van de zorg hebben we gewaarborgd door de zorgaanbieders de meerkosten te vergoeden en we hebben additioneel subsidie verstrekt aan WIJeindhoven om de opgelopen achterstallige contacten en werkzaamheden in te lopen. Voor de inwoners is de mogelijkheid gebleven om de reisdocumenten thuis te laten bezorgen, zijn de openingstijden van het inwonersplein verruimd voor betere spreiding en meer ruimte, hebben we extra maatregelen getroffen om de Tweede Kamerverkiezingen op een veilige manier te laten verlopen en is de inzet van het gastteam verlengd om de publieke dienstverlening op locatie volgens de coronaregels te begeleiden. Om de naleving van de landelijke maatregelen te waarborgen is extra ingezet op en verschoven in de prioriteit van toezicht en handhaving. Er is ingezet op regulering van bezoekersstromen in het centrum en we hebben verder doorgepakt op het actieplan voor de binnenstad waarbij het 'nieuwe normaal' vormgegeven wordt in de binnenstad op middellange termijn. Daarnaast hebben we vanuit de coronamiddelen -aanvullend op de SUVIS subsidie vanuit het Rijk- ingezet op de verbetering van de ventilatie binnen de scholen.

Beheersing interne organisatie

Er zijn maatregelen getroffen om de continuïteit van de gemeentelijke organisatie te waarborgen en er zijn extra middelen beschikbaar gesteld om de extra vraag aan ambtelijke capaciteit het hoofd te bieden.  
Er is verder ingezet op verstrekken van extra hulpmiddelen en uitrollen van de thuiswerkfaciliteitenregeling om ziekteverzuim zoveel als mogelijk te voorkomen.

Financieel beeld inzet coronamiddelen

Visueel zijn de meerkosten en de inkomstenderving over 2021 op hoofdlijn als volgt te duiden:

Deze kosten en gederfde inkomsten zijn deels opgevangen binnen bestaande budgetten door herprioritering, deels gedekt uit specifieke uitkeringen of bijdragen van derden en deels uit de corona middelen binnen de saldireserve specifiek. In de financiële hoofdlijn (1.3) en de programmaverantwoording (hoofdstuk 2) is toegelicht welke afwijkingen per jaareinde zijn ontstaan ten opzichte van de tussentijds bijgestelde begroting. In bijlage 5 is de inzet van de coronamiddelen uit de saldireserve per onderwerp gespecificeerd.

Doorkijk saldireserve specifiek corona middelen
(x € 1 miljoen)

Begroot
2021

Inschatting fin. update
Q4 2021

Realisatie 2021

Verschil
begroot- realisatie 2021

Stand jaarrekening 2020

11,3

11,3

11,3

Stortingen 2021

Kadernota 2022 en raadsvoorstel jaarrekening

+15,9

+15,9

+15,9

Toegekende compensatie september- en decembercirculaire 2020 ten gunste van 2021

+6,1

+6,1

+6,1

Toegekende compensatie maart- en septembercirculaire 2021

+1,6

+1,6

+1,6

Toegekende aanvullende compensatie in septembercirculaire 2021 t.a.v. Tonk

+4,0

+4.0

+4,0

Terugstorten 'voorfinanciering' toezicht& handhaving en sport

0

+1,8

+1,4

1,4

Totaal stortingen 2021

+27,6

+29,4

+29,0

1,4

Onttrekkingen 2021

Inzet coronamiddelen o.b.v. dossiers lasten

-21,2

-19,7

-19,8

1,4

Inzet coronamiddelen t.b.v. inkomstenderving baten

-5,9

-5,9

-6,3

-0,4

Totaal onttrekkingen 2021

-27,1

-25,6

- 26,1

1,0

Stand reserve 2021- coronamiddelen

11,8

 15,1

14,2

2,4

Aanvullende storting in 2022 met betrekking tot decembercirculaire 2021 bedraagt € 6,2 miljoen
Daarnaast is in 2021 besloten om voor Q1 2022 € 4,2 miljoen aan coronamiddelen in te zetten.

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

Risico's

De coronacrisis leidt op dit moment niet tot een verhoogd risicoprofiel voor de gemeente. In algemene zin wordt de gemeente grotendeels gefinancierd door de middelen vanuit de algemene uitkering. Eventueel noodzakelijke financiering, vanwege de incidenteel achterblijvende inkomsten als gevolg van corona, kunnen vanuit de gemeente relatief eenvoudig worden aangetrokken en vanuit de algemene reserves zijn we in staat om tijdelijke effecten op te vangen.

Het inroepen van de door de gemeente verleende borg- en garantstelling zou als gevolg van toename van het aantal faillissementen potentieel kunnen toenemen. Echter, de cultuurinstellingen, welzijn en sportverenigingen worden ondersteund met de getroffen maatregelen en steunpakketten waardoor op dit moment geen sprake is van een verhoogd risico en daarnaast is voor de afdekking van het risico met betrekking tot de verstrekte leningen en garanties een reserve beschikbaar. De kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen leiden op dit moment ook niet tot extra risico's. Slechts het dividend is in enkele gevallen opgeschort, niet uitgekeerd of naar beneden bijgesteld maar dat is van beperkte omvang.

Door het verlenen van uitstel van betaling neemt het debiteurenrisico in algemene zin toe.

De coronacrisis heeft een toekomstig effect op de toename van de kosten op de regelingen binnen het sociaal domein op het gebied van bijstand, armoede en zorg. In het 3e steunpakket heeft het Rijk oog voor deze gevolgen gehad en daarom heeft ze vanaf begin 2021 middelen voor flankerend beleid ter beschikking gesteld.

De coronacrisis kent ook indirecte effecten. We zien dat er krapte op de arbeidsmarkt is ontstaan. Het is steeds moeilijker om vacatures in te vullen en de inhuurmarkt wordt steeds krapper (met stijgende tarieven). Daarnaast maken we ons grote zorgen over de stijgende bouw- en materiaalkosten, hoge energieprijzen en langere levertijden, want deze zullen van invloed zijn op de projecten en de aanbestedingen.

Deze pagina is gebouwd op 06/03/2022 10:23:03 met de export van 05/30/2022 14:14:49