De lokale heffingen zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. Ze raken de burgers, bedrijven en
instellingen heel direct in hun portemonnee. Binnen de lokale heffingen worden belastingen, bestemmingsbelasting en rechten/retributies onderscheiden. Een belasting betreft een heffing waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover staat. Deze belastingopbrengsten zijn vrij besteedbaar voor algemene uitgaven. Voorbeelden hiervan zijn de onroerende-zaakbelastingen (ozb), de parkeerbelasting en de hondenbelasting. Bestemmingsbelastingen zijn belastingen die dienen ter bestrijding van specifieke kosten. Voorbeelden zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze belastingen/heffingen mogen op begrotingsbasis niet meer dan kostendekkend zijn. Voor rechten of retributies geldt dat hiervoor wel een individuele prestatie van de gemeente tegenover staat. Dit betreffen bijvoorbeeld de begraafplaatsrechten en de leges. Ook voor deze heffingen geldt dat deze niet meer dan kostendekkend mogen zijn. Hierbij houden we rekening met de maatschappelijke effecten van de tariefstelling. Door scherp naar de kosten en opbrengsten te kijken, hebben we bereikt dat de tarieven zoveel mogelijk kostendekkend zijn.
De paragraaf start met het overzicht in de begrote en gerealiseerde inkomsten per lokale heffing, vervolgens wordt een toelichting op de belastingen gegeven (woonlasten, kwijtschelding, toelichting op het beleid per heffing) en sluiten we af met een overzicht van de kostendekkendheid per tarief op realisatiebasis.