Toelichting op belastingen
Woonlasten
Woonlasten | Realisatie 2020 | Realisatie | Begroting 2021 | Realisatie | Realisatie |
---|---|---|---|---|---|
Onroerende-zaakbelastingen | 314 | 256 | 319 | 266 | 319 |
Afvalstoffenheffing | 264 | 306 | 281 | 332 | 281 |
Rioolheffing | 144 | 172 | 156 | 176 | 156 |
Totaal gemiddelde woonlasten per jaar | 722 | 734 | 756 | 774 | 756 |
* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.
Beleid en tariefstelling
Met de vaststelling van de Begroting 2021-2024 is ervan uitgegaan dat er bij de inkomsten geen andere dan
autonome tariefsverhogingen zullen plaatsvinden. Als zodanig is bij de belastingen in het algemeen sprake van
een trendmatige verhoging van 2% ten opzichte van het voorgaande jaar, met uitzondering van de onroerende-zaakbelastingen, de parkeerbelastingen en de toeristenbelasting. Anders dan voor de belastingen geldt voor bestemmingsbelastingen en rechten dat zoveel mogelijk kostendekkende tarieven worden gehanteerd. Hierbij houden we rekening met de maatschappelijke effecten van de tariefstelling.
Vergelijking woonlasten met overige gemeenten
Net als in 2020 betaalden Eindhovenaren in 2021, in vergelijking met de andere grote gemeenten, minder dan
gemiddeld aan woonlasten (onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing en reinigingsheffingen). Dit is te lezen in het rapport Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2021 van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere overheden (COELO). Van de 40 deelnemende gemeenten zijn er 9 met lagere gemiddelde woonlasten. In de deelnemende gemeenten werd gemiddeld € 774,- betaald bij een meerpersoonshuishouden van een eigenaar-bewoner. Dit is in Eindhoven € 756,-.
Kwijtschelding
Kwijtschelding kan voor verschillende belastingen, heffingen en rechten verleend worden. De voorwaarden voor
het verlenen van kwijtschelding van belastingen en heffingen zijn geregeld in de Invorderingswet 1990
(www.wetten.overheid.nl). Op gemeentelijk niveau is dit geregeld in de Kwijtscheldingsverordening en de
Leidraad Invordering (www.eindhoven.nl/belastingen onder de titel ‘Meer informatie’). In 2021 is € 1,392 miljoen
kwijtgescholden.
Onroerende zaakbelasting
De onroerende-zaakbelasting maakt samen met de rioolheffing en de reinigingsheffingen onderdeel uit van de woonlasten. De stijging van de woonlasten is voor de duur van de bestuursperiode vastgelegd en de ontwikkelingen hebben geen aanleiding gegeven om af te wijken van het coalitieakkoord. Voor de tarieven van de onroerende-zaakbelastingen is de herwaardering ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) van belang. Deze WOZ-waarde wordt jaarlijks vastgesteld. Voor belastingjaar 2021 ging het daarbij om de waarde naar peildatum 1 januari 2020. De uitkomsten van de jaarlijkse herwaardering zijn mede bepalend voor de tarieven onroerende-zaakbelastingen voor 2021. De definitieve tarieven zijn in december 2020 door de raad vastgesteld.
Precariobelasting
Ten opzichte van 2020 zijn de tarieven voor 2021 trendmatig verhoogd met 2%. Door de sterke groei van de
bouwactiviteiten, in combinatie met een aantal grote bouwprojecten, zijn de opbrengsten hoger dan begroot.
T.a.v. de precario terrassen voor 2021 is door de Raad het 0-tarief vastgesteld. De werkelijke inkomstenderving 2021 bedroeg € 459.000. en is gecompenseerd uit de Saldireserve Specifiek onderdeel corona.
Hondenbelasting
Ten opzichte van 2020 zijn de tarieven voor 2021 trendmatig verhoogd met 2%.
Toeristenbelasting
Door de corona crisis zijn de bezettingscijfers van overnachtingen in de hotels sterk gedaald (van 77% in 2019 naar 39% in 2020 en naar verwachting 35% in 2021). Hiermee rekening houdend wordt verwacht dat over 2021 een bedrag van € 1.655.387 aan toeristenbelasting kan worden opgelegd. In de begroting is voor 2021 voor de opbrengsten van de toeristenbelasting een bedrag opgenomen van € 1.650.000, hierin is de dekking vanuit de Saldireserve Specifiek onderdeel corona van € 1.188.000 verwerkt. Het nagekomen nadelig resultaat 2020 in 2021 bedraagt € 11.697. Per saldo is ultimo 2021 een additioneel bedrag van € 6.310 (€ 11.697- € 5.387) onttrokken aan de Saldireserve Specifiek onderdeel Corona. Overeenkomstig bestuurlijk besluit i.v.m. corona is er in 2021 geen voorlopige aanslag Toeristenbelasting 2021 opgelegd en zal in 2022 de definitieve aanslag Toeristenbelasting 2021 worden opgelegd.
Leges
Algemeen uitgangspunt bij legesheffing is streven naar een zoveel mogelijk kostendekkend tarief met oog voor
maatschappelijke effecten. In verband met de kostendekkendheid mogen de begrote opbrengsten van de leges, de begrote kosten van de daarmee samenhangende dienstverlening niet overstijgen. Bij de tariefstelling zijn de
kosten van de samenhangende dienstverlening over de verschillende legestarieven verdeeld, de zogenaamde
kruissubsidiëring, zodat er binnen de samenhangende dienstverlening geen sprake is van overschrijding van de
opbrengstlimiet van 100%.
Afvalstofheffingen en reinigingsrechten
De gemeente mag onder de naam afvalstoffenheffing een belasting heffen ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan de uitvoering van de gemeentelijke afvaltaken. Het betreft een zogenaamde bestemmingsbelasting, waarmee alle kosten die de gemeente maakt voor de uitvoering van de afvaltaken worden verhaald op de gebruikers. De opbrengsten van de afvalstoffenheffing mogen de kosten niet overschrijden. Voor de opstelling van de tariefberekening zijn de kosten geactualiseerd op basis van de vastgestelde begroting 2021 van Cure en op basis van de gemeentelijke kostenposten van de vastgestelde Begroting 2021 voor afval.
De waarde van gescheiden ingezamelde afvalstoffen is sterk onderhevig aan internationale marktontwikkelingen. In 2020 gaf dat significant lagere opbrengsten en hogere verwerkingskosten dan verwacht. In de loop van 2021 is de tendens verbeterd. De beschikbare afvalvoorziening is desondanks ook in 2021 nodig gebleken voor de uitvoering van de afvaltaken in 2021.
Rioolrechten
In de Gemeentewet (artikel 228a) is geregeld dat de gemeente onder de naam rioolheffing een belasting kan heffen ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan de uitvoering van de gemeentelijke watertaken. De rioolheffing is een zogenaamde bestemmingsbelasting, waarvan de opbrengsten bestemd zijn voor een bepaald doel. Met deze belasting kunnen alle kosten die de gemeente maakt voor de uitvoering van de gemeentelijke watertaken worden verhaald op de gebruikers. Dit geldt ook voor de kosten die collectief profijt opleveren, zoals het afkoppelen van verhard oppervlak, infiltratie regenwater en klimaatadaptatiemaatregelen.
Op basis van de actualisatie van het kostendekkingsplan van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2019-2022 zijn voor 2021 de tarieven voor rioolrechten gewijzigd conform het advies in het vastgestelde GRP2019-2022.
Begraafplaatsrechten
Algemeen uitgangspunt bij begraafplaatsrechten is streven naar een zoveel mogelijk kostendekkend tarief met
oog voor maatschappelijke effecten.
BIZ (Centrum)
Op verzoek van de binnenstadondernemers is sinds 2017 de Stichting BIZ Eindhoven Centrum actief. De BIZbijdrage is zowel bij de eigenaren als gebruikers van onroerende zaken in dit gebied (niet-woningen) opgelegd. De opbrengst van deze heffing wordt als subsidie naar de Stichting Bedrijven Investeringszone Eindhoven Centrum overgemaakt. De uitvoering verloopt conform afspraak. 2022 was het laatste jaar van deze zgn. BIZ heffing. Ondernemers en eigenaren hadden echter al snel aangegeven door te willen gaan en daarom is in 2021 een nieuwe draagvlakmeting georganiseerd op basis van een nieuw 5-jaren plan voor de periode 2022 – 2026. Deze draagvlakmeting is succesvol verlopen waardoor De BIZ Eindhoven Centrum deze periode door gaat. Het gebied is daarbij uitgebreid omdat de ondernemers / eigenaren van het zgn. Van Abbekwartier zich hebben aangesloten.