2.1 Verkeer en vervoer

Het gaat hier met name om onderhouds- en verkeerprojecten waarbij het moment van feitelijke realisatie afwijkt van de planning. Hierdoor ontstaan er afwijkingen op dit taakveld met een gelijke tegenhanger bij de reserve maatschappelijk nut in ontwikkeling. Dit zijn afwijkingen in de jaarschijf 2021 en leiden volgens de huidige inzichten niet tot voor- of nadelen per einde van deze projecten. Per saldo is het verschil van lasten, baten en onttrekking reserve op het jaarresultaat nihil.

In 2021 zijn verschillende openbare ruimte en verkeersprojecten afgesloten met een positief of negatief resultaat.

Grond wordt beschikbaar gesteld voor o.a. het leggen van kabels en leidingen. Partijen moeten betalen om onze grond te gebruiken. Hier zijn meer kosten en inkomsten dan begroot. Als er meer inkomsten zijn, zijn er ook meer kosten, om de aanvragen af te handelen. De hoeveelheid is vooraf niet te plannen; deze is afhankelijk van andere partijen.

Als gevolg van een langdurige sneeuw- en ijsperiode in de afgelopen wintermaanden (zelfs in april hebben we nog moeten strooien) zijn er veel meer strooiacties uitgevoerd dan begroot. Er heeft hierdoor ook meer onderhoud aan het strooimaterieel plaats moeten vinden en er is meer pekel en strooizout geleverd (wat tot hogere kosten heeft geleid).

Bij de laatste aanbesteding van elektra is gebleken dat de prijzen hoger uitvielen dan voorheen. Vanuit de Begroting 2021 (Kaderbrief 2021) zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld om de prijsverhoging elektra op te kunnen vangen. Er is voor gekozen om alle electra posten op te hogen. Voor een aantal posten bleek dit niet nodig te zijn. Hier wordt nu incidenteel geld op overgehouden. Daarnaast wordt een klein gedeelte van het voordeel veroorzaakt door toepassing van LED.

Vanuit het Zwerfafvalfonds zijn middelen ter beschikking gesteld voor zwerfafvalprojecten en -activiteiten. Hiervoor zijn activiteiten uitgevoerd (onder andere gedragsbeïnvloeding en extra inzet bij ondergrondse containers) en hebben we extra inkomsten ontvangen uit subsidie.

Op basis van een rondgang langs een groot deel van de benzineverkooppunten is de inschatting gemaakt dat er ten opzichte van 2020 10% minder brandstof verkocht is. De oorzaken voor de lagere afzet zijn de coronamaatregelen en de opmars van de elektrische auto. De definitieve afrekening vindt in de 1e helft van 2022 plaats.

Dit betreft de bijdrage voor 2021 voor de regio-brede projecten van de
bereikbaarheidsagenda Zuidoost-Brabant. Deze bijdrage wordt bepaald op
basis van realisatie en is niet geraamd. Deze bijdrage wordt verrekend met de hiervoor ingestelde reserve.

Dit zijn ontvangen middelen van ontwikkelaars voor de
omgevingsvergunning (parkeernorm) en deze worden gestort in de reserve mobiliteitsfonds. Uit deze reserve worden deze middelen op een later moment weer ingezet worden voor maatregelen die direct bijdragen aan het verminderen van de parkeerdruk in de openbare ruimte waardoor de kwaliteit van het parkeeraanbod gegarandeerd blijft.