4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken

Er is sprake van een lagere vaststelling van de subsidie ouderbijdrage voorschoolse educatie (VE) 2020 en van de subsidie speelinloop 2020, die ten gunste zijn gekomen van 2021. Het bereik van peuters met een VE-indicatie in 2020 was 89%, zoals opgenomen in de SPILmonitor 2020. Wegens corona konden de speelinlopen in 2020 niet doorgaan.

Een bedrag van € 534.000 wordt gestort in de egalisatie reserve SPlL/VVE. Daarmee blijven we onder de door de raad maximale afgesproken reserve SPIL/VVE. Een deel van de reserve heeft al een bestemming in 2022. Voor het overige bedrag volgt nog een voorstel in Q3.

De gemeente Eindhoven (contactgemeente) ontvangt een specifieke uitkering voor Wet Educatie Beroepsonderwijs voor de arbeidsmarkt regio (WEB, rijksmiddelen met een terugbetalingsverplichting). Het jaarbudget is niet volledig besteed (€ 108.000) en overgeheveld naar 2022.

Er is een voordeel van € 415.000 op het onderdeel leerlingenvervoer en projecten.

Het voordeel bij leerlingenvervoer is ontstaan vanwege het uitstellen van de aanbesteding met een schooljaar, terwijl in de begroting al wel rekening was gehouden met hogere kosten en bovendien er was minder vervoer vanwege verplichte schoolsluiting i.v.m. corona. De aanbestedingsprocedure is gestart in 2021 en wordt gegund ten behoeve van het schooljaar 2022-2023 en verder.

De gemeente Eindhoven (contactgemeente) ontvangt een specifieke uitkering voor Regionale Meld en Coördinatiepunt (RMC, rijksmiddelen met een terugbetalingsverplichting) voor de regio Eindhoven/De Kempen
ad € 1.443.000. Hiervan is € 70.000 niet besteed in 2021 en overgeheveld naar 2022.

De gemeente Eindhoven (contactgemeente) heeft eenmalig een specifieke uitkering voor Aanpak jeugdwerkeloosheid/ extra middelen Regionale Meld en Coördinatiepunt ontvangen voor de periode 2020-2024 (extra RMC, rijksmiddelen met een terugbetalingsverplichting) voor de regio Eindhoven/De Kempen € 355.000. Hiervan is € 40.000 niet besteed in 2021 en overgeheveld naar 2022.

Betreft de afwijking/resultaat op doorbelaste apparaatskosten (voornamelijk personele lasten, zie ook paragraaf 3e bedrijfsvoering).