Toelichting per balanspost

De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:

De balanspost ‘Onderhanden werk’ heeft per ultimo 2021 een saldo van € 73,4 miljoen. Binnen deze post zijn onder andere begrepen de in exploitatie genomen gronden. De boekwaarde hiervan bedroeg ultimo 2020 € 95,9 miljoen. Deze balanspost betreft de grondexploitaties waarbij de gemeente de in bezit zijnde grond en (eventueel) aanwezige opstallen omvormt naar bouwrijpe grond, met als oogmerk (opnieuw) te worden bebouwd. Ultimo 2021 was de boekwaarde van deze grondexploitaties € 76,4 miljoen (dit vóór aftrek van voorziening verliesgevende planexploitaties) en is met € 19,5 miljoen afgenomen. Dit is onder andere veroorzaakt doordat voor diverse projecten eerder gemaakte kosten (grondaankoop, kosten voorbereiding en bouw- en woonrijp maken van de grond) zijn goedgemaakt door het realiseren van opbrengsten door verkoop van deze bouw- en woonrijp gemaakte kavels en overige grondverkopen.

Ook dit jaar zijn de prospecties van de grondexploitaties herijkt. De verwachte eindwaarde van de grondexploitaties bedraagt circa € 47,5 miljoen en de verwachte netto contante waarde circa € 42,8 miljoen. Voor de bij de herijking gehanteerde parameters en uitgangspunten zie paragraaf grondbeleid. In de prospecties (toekomstige opbrengsten) zijn een aantal verliesgevende exploitaties naar voren gekomen. Hiervoor is een voorziening gevormd. De voorziening verliesgevende grondexploitaties (stand per 31-12-2021 € 4,5 miljoen) wordt in mindering gebracht op de boekwaarde. De voorziening is contant gemaakt met de wettelijk voorgeschreven disconteringsvoet van 2%. De voorziening zal in de komende jaren jaarlijks minimaal met de rentecomponent verhoogd worden om aan het einde van de looptijd het verwachte verlies te kunnen afdekken

De resultaten die uiteindelijk werkelijk worden behaald, worden beïnvloed door vele factoren, waaronder conjunctuur, marktontwikkelingen en overheidsbeleid. Om eventuele risico’s in dit kader te kunnen opvangen is bij de herijking een berekening gemaakt van de benodigde weerstandscapaciteit. Hierbij zijn de specifieke projectrisico’s en marktrisico’s benoemd en gekwantificeerd. Bij de marktrisico’s is daarbij rekening gehouden met mogelijke rentestijging, opbrengstdaling en vertraging. Het totale weerstandsvermogen (zie paragraaf weerstandsvermogen) van de gemeente is voldoende om de ingeschatte benodigde weerstandscapaciteit van
€ 20,7 miljoen op te kunnen vangen (zie paragraaf grondbeleid).

Tussentijds winstnemen
De totale tussentijdse winstneming uit lopende grondexploitaties bedraagt € 6,077 miljoen. Bij de berekening hiervan hebben we, evenals bij de berekening van de tussentijdse winst bij eerdere jaarrekeningen, de projectrisico’s buiten beschouwing gelaten.

Toelichting gereed product en handelsgoederen

De uitzettingen met een looptijd van 1 jaar of minder worden als volgt gespecificeerd:

De vordering bestaat uit een tweetal grote posten. Dit zijn de vordering op de fiscus inzake het landelijk BTW-compensatiefonds van € 41,8 miljoen en de vordering op het Rijk inzake de regeling BBZ (Bijstand Besluit Zelfstandigen) van € 2,8 miljoen. Van de overige € 4,8 miljoen heeft € 1,7 miljoen betrekking op vooruitbetaalde afvalinzameling 2022 aan gemeenschappelijke regeling Cure.

Toelichting op schatkistbankieren

Het saldo schatkistbankieren bedroeg ultimo 2020 € 0 en ultimo 2021 € 60,5 miljoen. Gegeven de omvang van de overige geldstromen van de gemeente Eindhoven en de fluctuatie van de saldi bankrekeningen, kassen en kruisposten kan deze fluctuatie worden bestempeld als volgend uit de reguliere bedrijfsvoering

Eind 2013 is verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden ingevoerd. Nieuwe beleggingen zijn niet meer toegestaan, maar oude beleggingen mogen worden aangehouden tot de einddatum. Eindhoven heeft geen structurele tegoeden. Vanwege negatieve rente op positieve saldi bij reguliere bankrekeningen, worden alle (tijdelijke) tegoeden afgestort bij de Staat tegen een rente percentage van 0%. De norm waarboven kasoverschotten verplicht moeten worden afgestort is halverwege 2021 verruimd van € 4,6 miljoen naar € 10,9 miljoen voor Eindhoven. In 2021 is het saldo op de bankrekeningen onder de norm gebleven.

Algemeen
Eind 2021 was de stand van de overige vorderingen afgerond € 36,3 miljoen. Dit is opgebouwd uit 3 soorten vorderingen, namelijk cliëntdebiteuren, belastingdebiteuren en overige debiteuren. Inzake deze vorderingen is de inschatting dat niet alle bedragen ontvangen zullen worden. We corrigeren daarom de boekwaarde met een bedrag voor verwachte oninbaarheid (voorziening dubieuze debiteuren) van in totaal afgerond € 10,5 miljoen. Dit resulteert in een balanswaarde van € 25,8 miljoen. Deze voorziening dubieuze debiteuren wordt voor de drie componenten afzonderlijk bepaald. Onderstaand overzicht toont per component de boekwaarde eind 2021, de getroffen voorziening en de balanswaarde per 31-12-2021.

Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de kas- en banksaldi per 31-12-2021.
In tegenstelling tot ultimo 2020 is er vanwege positieve banksaldi ultimo 2021 geen aanpassing nodig in de balanspresentatie conform art.48 BBV.

De balanspost overlopende activa wordt als volgt onderscheiden:

Onderstaand overzicht geeft een beeld van de nog te ontvangen inkomende geldstromen (subsidies) van projecten die mede gefinancierd worden door Europa, het Rijk en overige Nederland. De te ontvangen bedragen worden jaarlijks, volgens een vastgestelde methodiek, toegerekend naarmate de subsidiabele uitgaven worden gerealiseerd.

 
Overige nog te ontvangen bedragen
Hierin is een stijging te zien die voornamelijk is toe te schrijven aan een toename van nog te ontvangen bedragen van publiekrechtelijke instanties. Overeenkomstig het BBV zijn de vorderingen inzake faciliterend grondbeleid onder de overige nog te ontvangen bedragen opgenomen en zijn deze uitgesplitst in verhaalbare (€ 3,8 miljoen) en verrekenbare kosten (€  2,6 miljoen) (totaal € 6,4 miljoen). Voor het gedeelte wat hiervan op basis van een prognose naar verwachting niet verhaalbaar zal zijn, is een verliesvoorziening gevormd (stand per 31-12-2021 € 2,0 miljoen) en hierop in mindering gebracht. Per saldo bedroeg het aandeel faciliterend grondbeleid afgerond € 4,4 m iljoe n. Het aandeel privaatrechtelijke instanties bedroeg afgerond € 7,8 miljoen. Van publiekrechtelijke instanties was nog € 7,6 miljoen te ontvangen. Het restant miljoen bestond uit nog te ontvangen rente leningen, een gestort depotbedrag en overige.

Vooruitbetaalde bedragen
Het balanssaldo van de vooruitbetaalde bedragen per 31-12-2021 nam licht af ten opzichte van 2020. Het tijdiger factureren door onze relaties en afhandelen van facturen is hier onder andere mede debet aan.
Het betreft facturen welke op voorschot worden voldaan en waarvan de lasten betrekking hebben op het boekjaar 2021. De vooruitbetaalde kosten ICT (hardware en software) op basis van doorlopende contracten bedroegen afgerond € 1,0 miljoen. De rente op de erfpachtconstructie met PSV (€ 0,7 miljoen). Daarnaast gaat het daarbij o.a. om verzekeringspremies, energievoorschotten en huren.