Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Algemeen
Hierna wordt inzicht gegeven in de financiële verplichtingen (afname/volume) waartoe de gemeente zich in 2021 of eerder heeft verbonden, welke doorlopen naar 2022 of later, groter zijn dan € 0,5 miljoen en niet op een andere wijze als schuld of voorziening in de balans zijn opgenomen.
Gewaarborgde geldleningen
De gemeente Eindhoven staat garant voor terugbetaling van rente en aflossing van leningen van diverse instellingen, die actief zijn op het gebied van gezondheidszorg, welzijn, sport en cultuur, aan de geldverstrekkers. In de categorie ‘Sport’ (zie specificatie) staat de gemeente samen met de Stichting Waarborgfonds Sport garant voor de leningen. Hieronder volgt een overzicht van het door de gemeente gewaarborgde bedrag van geldleningen naar diverse categorieën. In de toelichting op de balans zijn deze nader geduid.
Gewaarborgde geldleningen | Restant | Mutatie | Restant |
---|---|---|---|
Gezondheidszorg | 4.037 | -375 | 3.661 |
Cultuur | 3.346 | -297 | 3.049 |
Sport | 744 | -96 | 648 |
Welzijn | 889 | -17 | 873 |
Overig | 50 | -42 | 8 |
Totaal borgstellingen | 9.066 | -826 | 8.240 |
* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.
Voor de afdekking van risico's met betrekking tot verstrekte leningen en gewaarborgde leningen is een reserve gevormd. De hoogte van deze reserve ultimo 2021 is € 3,323 miljoen. Er zijn op dit moment geen concrete risico's onderkend waarvoor een voorziening dient te worden gevormd. Per 31 december 2021 verleent de gemeente Eindhoven voor ca. € 1,47 miljard achtervang aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
In de opbouw van het bedrag zijn de nieuwe voorwaarden voor de achtervangregeling die per 1 augustus 2021 gelden meegenomen. Hiertoe is een nieuwe achtervangovereenkomst tussen WSW en gemeente Eindhoven gesloten. Pas indien de reserve van het WSW plus de middelen (obligo's) van andere corporaties niet toereikend zijn, dienen het rijk en gemeenten renteloze leningen te verstrekken. Eind 2020 bedroegen deze samen ruim € 3,61 miljard.
Stichting waarborgfonds Eigen woning (nationale hypotheek garantie)
Op 10 oktober 1993 is de gemeente een overeenkomst aangegaan om tot zekerheid voor de nakoming van de betalingsverplichtingen van de stichting jegens geldgevers achtergestelde, renteloze leningen aan de stichting te verstrekken. In het 4e kwartaalbericht 2021 van het NHG is gebleken dat het garantievermogen van het waarborgfonds in 2021 is gestegen naar € 1,62 miljard. De stijging is te verklaren door een beperkte toename van nieuwe garanties en het lage aantal verliesdeclaraties door sterk stijgende huizenprijzen en een laag werkloosheidspercentage. In de Liquiditeitsprognose 2020-2026 is dan ook de verwachting dat er geen aanspraak zal worden gemaakt op de achtervangfunctie van het Rijk en de gemeenten. Deze achtervangfunctie geldt alleen voor tot 1 januari 2011 afgegeven hypotheekgaranties. Vanaf deze datum staat het Rijk voor 100 % garant. Factoren waar de prognose rekening mee houdt zijn de gunstige conjuncturele omstandigheden waardoor de door de stichting uit te betalen bedragen in verband met verliesdeclaraties naar verwachting in de komende jaren verder zullen dalen. De gemeente Eindhoven heeft nog 5.723 garanties uit heeft staan in de achtervang (t/m 2010) voor een totaal bedrag van € 909 miljoen.
Verlofaanspraken
Op basis van de huidige kosten per uur bedraagt de waarde van de verlofuren per 31-12-2021 € 10, 5 miljoen.
Met ingang van 1-1-2022 neemt de waarde van een verlofuur toe, omdat dan als waarde geldt de waarde zoals die ook wordt gehanteerd bij verkoop van verlof (dit is incl. IKB van 17,05%), waardoor de waarde van de verlofuren en dus de financiële verplichting stijgt naar ruim € 12,3 miljoen.
Personele lasten
De rechtbank geeft in haar vonnis aan dat het overeenstemmingsvereiste van toepassing is voor het aanwenden van een viertal personele budgetten. Dit betekent dat betreffende budgetten beschikbaar moeten blijven ter overeenstemming met de werknemersvertegenwoordigers in het Lokaal Overleg en niet voor andere doeleinden gebruikt mogen worden. Dit is met name van belang voor de vrijkomende middelen als gevolg van het afschaffen van de uitloopschalen. Die middelen worden voorlopig hoofdzakelijk ingezet om het generatiepact te financieren, maar vanaf 2023 ontstaat een surplus dat na overeenstemming met werknemers-vertegenwoordigers ingezet kan worden. Tegen het vonnis van de rechtbank zijn de vakbonden in beroep gegaan bij het gerechtshof. De vakbonden zijn van mening dat het overeenstemmingsvereiste ook voor een vijfde personele budget van toepassing is (i.c. afscheidsgratificatie) en zijn hierin via een uitspraak van de rechtbank op 29 maart 2022 in het gelijk gesteld.
Onderhanden claims
Gemeente Eindhoven heeft een aantal claims ontvangen welke onderhanden zijn. Indien er naar waarschijnlijkheid sprake is van een mogelijk financiële verplichting en er is een reële schatting te maken van de omvang van de verplichting wordt een bedrag opgenomen in de voorziening juridische claims en geschillen en blijkt de verplichting wel uit de balans. Indien niet waarschijnlijk is dat de claim leidt tot een financiële verplichting dan wel het bedrag is niet reëel in te schatten, dan wordt de claim als risico geduid in de paragraaf weerstandsvermogen en blijkt de claim dus niet uit de balans. Eén risico zal op dit moment mogelijk leiden tot een financiële verplichting maar hiervan is het bedrag nog niet in te schatten. De curator van de failliete voormalig asbestsaneerder van het TR Ketelhuis Eindhoven heeft in 2017 een claim ingediend bij de gemeente. De rechtbank heeft 4 september 2019 uitspraak gedaan. Het faillissement van Horyon is niet veroorzaakt door de gemeente. Maar de gemeente heeft ten onrechte geweigerd de “meer-meerwerk” opdracht te verstrekken. De schade die daaruit voortvloeit moet in een aparte schadestaatprocedure worden begroot. Er is dus nog geen concrete schadevergoeding toegewezen. De gemeente heeft op 28 november 2019 bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Dit hoger beroep en nog een aantal aanverwante rechtszaken zijn lopende. De uitspraak van het Hoger beroep volgt in de eerste helft van 2022. De verwachting is dat het nog aantal jaar gaat duren voordat er een definitief vonnis ligt. Een inschatting van een reëel bedrag om te voorzien is derhalve op dit moment niet mogelijk.
Investeringsverplichtingen
De totale investeringskredieten bedragen per 31-12-2021 € 759,9 miljoen. De realisatie per jaareinde bedraagt
€ 336,7 miljoen zodat per saldo € 423,2 miljoen aan investeringskredieten resteert. De bijdragen van derden aan deze investeringskredieten bedragen per 31-12-2021 € 253,8 miljoen. De realisatie per jaareinde bedraagt € 163,2 miljoen zodat per saldo € 90,6 miljoen aan bijdragen derden resteert. Het totaaloverzicht van de per balansdatum uitstaande investeringsverplichtingen is opgenomen in het overzicht investeringen economisch en maatschappelijk nut. Deze is terug te vinden in bijlage 4 van deze jaarrekening.
Algemene uitkering
De algemene uitkering 2021 is conform bestendige gedragslijn gebaseerd op: de accressen op basis van de septembercirculaire, alle overige mutaties op basis van de decembercirculaire en alles wat officieel in latere circulaires wordt toegekend met betrekking tot 2021 wordt een nagekomen bate in een volgend rekeningjaar. De aanvullende corona compensatiepakket 2021 die in de decembercirculaire zijn aangekondigd, maar waarvan de exacte verdeling in latere circulaires bekend wordt gemaakt, worden aldus een nagekomen bate 2021 in rekeningjaar 2022.
Pensioenen wethouders
Wachtgeld, Pensioen en Nabestaandenpensioen voor (voormalig) wethouders is geregeld in de Algemene Pensioenwet Politiek Ambtsdragers (APPA). Voor de uitvoering van de APPA (Pensioen en Nabestaandenpensioen) heeft de gemeente Eindhoven twee lopende contracten: met APG (vanaf 2002 heeft de gemeente de specialistische uitvoerende werkzaamheden van de lopende pensioenuitkeringen bij het APG belegd) en met ASR (vanaf 2012 heeft de gemeente voor de op dat moment actieve wethouders de voor hen toekomstige pensioenuitkeringen verzekerd). Met ingang van 1 januari 2022 stopt de verzekering. Het opgebouwde pensioen wordt in 2022 uitgekeerd aan de gemeente Eindhoven. De uitvoering wordt met ingang van 2022 aanvullend ondergebracht bij de APG. Het huidige contract bij APG (lopende pensioenverplichtingen) wordt op dit moment gedekt vanuit de exploitatie omdat de verplichtingen jaarlijks als gelijkblijvend gezien kunnen worden. Met het aanvullend onderbrengen van het oude ASR contract is het beeld dat de jaarlijkse verplichting niet gelijkblijvend meer is. Met name de nog niet ingegane pensioenen zijn aan fluctuaties onderhevig. Vanuit dat oogpunt zijn we voornemens in 2022 zowel de lopende pensioenverplichtingen bij APG als de toekomstige pensioenverplichtingen onder te brengen in een voorziening. De uitkering van ASR wordt hiervoor als dekking ingezet voor het deel van de toekomstige verplichtingen. Dit is een stelselwijziging die we in de jaarstukken van 2022 verder zullen toelichten.
Overige financiële verplichtingen
De overige financiële verplichtingen omvatten voornamelijk de langlopende huur/lease verplichtingen/contacten (afgerond € 27,4 miljoen). Een aantal contracten lopen in de komende jaren af. Vanaf 2026 resteren dan nog een tweetal langlopende huurcontracten die in 2026 een waarde van € 18,3 miljoen als langlopende verplichtingen vanuit afgesloten huurcontracten vertegenwoordigen.